Opbouw montessoriversie
Het kaartensysteem bestaat uit een set ' voor, tijdens en na het lezen' . Deze strategieën worden toegepast op de vijf tekstsoorten: verhalende, informatieve, instructieve, mening- en reclameteksten.
Voor- tijdens en na het lezen
A1 Leesdoel en vormgeving A2 Titel en plaatjes A3 Voorkennis activeren A4 Soorten teksten A5 Leesmanieren A6 Woordbegrip A7 Verwijswoorden A8 Soorten vragen A9 Vragen bij soorten teksten A10 Werkstuk A11 Presentatie A12 Woorden leren |
Verhalende teksten
B1 Verhaalstructuur: inleiding-kern-slot B2 Verhaalstructuur: tijdsvolgorde B3 Verhaalstructuur: probleem-oplossing B4 Verhaalstructuur: oorzaak-gevolg B5 Hoofdgedachte B6 Werkelijkheid en fantasie B7 De sfeer van een verhaal B8 Genres B9 Figuurlijk taalgebruik B10 Gedichten B11 Richtvragen bij een boek B12 Richtvragen bij een verhaal B13 Realistische verhalen B14 Legende B15 Mythe B16 Fabel B17 Parabel B18 Sage B19 Sprookje B20 Richtvragen soorten verhalen |
Informatieve teksten
C1 Structuur van een informatieve tekst C2 Thema en hoofdgedachte bepalen C3 Hoofd- en bijzaken Tekststructuren C4 Oorzaak-gevolg C5 Opsommingen C6 Overeenkomst en verschil C7 Tijdsvolgorde C8 Probleem-oplossing C9 Tekst met een indeling C10 Conclusie trekken Samenvatten C11 Informatie weglaten C12 Kernwoorden zoeken C13 Kernwoorden samenvoegen C14 Samenvatten m.b.v. kernwoorden C15 Schematiseren C16 Samenvatten m.b.v. kopjes C17 Samenvatten m.b.v. tijdsaanduidingen C18 Het gebruik van schema’s Overige C19 Richtvragen C20 Grafieken en tabellen |
Instructieve teksten
D1 Nauwkeurig lezen D2 Taalgebruik D3 Visuele instructie D4 Schriftelijke opdrachten uitvoeren Meningteksten E1 Feiten en meningen, het verschil E2 Feiten en meningen in een tekst E3 Meningen en argumenten E4 Reageren op een tekst Reclameteksten F1 Kenmerken F2 Taalgebruik F3 Beeldmateriaal F4 Gevoel en verstand F5 Soorten reclame |